De Cornelis Wittert Bokaal

Deze importante bokaal is gemaakt door Johannes du Vignon III in 1707. De beker staat op een ronde geprofileerde en oplopende voet die langs de rand is gedecoreerd met een knarrenrand. De balustervormige nodus is gedecoreerd met ruitvormig bandwerk met rozetten ertussen. De bolle onderzijde van de cuppa is, net als de bovenzijde van de voet en het deksel, rijk gedecoreerd met een band die opgebouwd is uit een tulp op een lange rechte steel tegen een gematteerde achtergrond, afgewisseld met knarren.

Het deksel, met getordeerde cannelures, heeft een knop in de vorm van een pijnappel. Dit grote type bokaal werd ook gebruikt als hensbeker, die voor plechtige gelegenheden voor hoogheemraadschappen werden vervaardigd, met name in de omgeving tussen Den Haag en Rotterdam. Ook is er een paar kleinere bekers bekend die voor een huwelijksplechtigheid werden besteld. Daarnaast dienden dekselbokalen als gildebekers en werden ze een enkele keer geschonken voor buitengewone moed tijdens een veldslag , of als dank voor een bemiddelende rol in een conflict.

Inscriptie

Dat laatste is van toepassing op deze bokaal. Op de cuppa zijn rondom graveringen aangebracht die daarop wijzen. Aan de ene kant staat het familiewapen van Cornelis van Wittert gegraveerd, en op de andere kant een medaillon met een halcyon (ijsvogel) op het nest. Tussen de twee banden op de cuppa staat een spreuk gegraveerd:
“Daar Witterts Zuyvre zon en deugt het volck beschynt. De Vree herssteld wordt, en de wolk van twist verdwynt”. Deze spreuk duidt erop dat de bokaal als dank voor het beëindigen van een conflictrijke periode aan Cornelis Wittert cadeau is gedaan.

Halcyonis Reductis

De gegraveerde voorstelling van de ijsvogel die zich op haar nest heeft teruggetrokken heeft ook betrekking op vredige en vruchtbare dagen die zijn teruggekeerd na onrustige tijden. De halcyon is een ijsvogel uit de Griekse mythologie, vernoemd naar Alcyone, de dochter van de windgod Aeolus, de ijsvogel die tijdens een periode zonder storm en zonder golven boven het water nestelt en daar zijn jongen heeft. In de Nederlands cultuur is de ijsvogel het zinnebeeld van doorzettingsvermogen en het vertrouwen in een goede afloop ondanks tegenspoed. Oftewel: “Saevis tranquillus in undis”, rustig te midden van woelende baren. Dit was het motto van Prins Willem van Oranje, die ook het zinnebeeld van de ijsvogel gebruikte. Ook onze huidige Koning gebruikt het, net als zijn overgrootmoeder koningin Wilhelmina.
De gegraveerde ijsvogel symboliseert de vastberadenheid en gelijkmoedigheid, wat in combinatie met de rondom gegraveerde spreuk een verwijzing is naar de persoonlijkheid en het optreden van Cornelis Wittert in 1707, het jaar dat deze bokaal is vervaardigd.

Heer van Valkenburg 

Het jaar 1707 was een bijzonder jaar voor Cornelis Wittert. Niet alleen treedt hij voor de tweede maal in het huwelijk; ook verwerft hij de Heerlijkheid Valkenburg en de bijbehorende titel. Daarmee verkrijgt hij de “hoge, middel ende laege jurisdictie van den dorpe en jurisdictie van Valckenburg mette vrije jaarmarkt en tollen aldaer en ‘t veer over de Rhijn”. Naast de financiële voordelen van de tolheffing, is de verkrijging van zowel de hoge, middel en lage jurisdictie een belangrijke bestuurlijke gebeurtenis.
Totdat Cornelis Wittert in 1707 Heer van Valkenburg wordt, heerste er in de Heerlijkheid een bestuurlijke wanorde. Dat verandert als Cornelis Wittert op 2 december 1706 voor twintigduizend gulden het leenrecht van Valkenburg koopt uit de boedel van wijlen Suzanna Studler van Zurck. Deze Vrouwe van Valkenburg was in 1681 -negen jaar na het overlijden van haar echtgenoot George de Hertoghe van Orsmael- ver beneden haar stand getrouwd met haar koetsier/huisknecht Daniël van Hulsenbeek. Een opmerkelijke huwelijk in die tijd waar zelfs Constantijn Huygens jr. in zijn dagboeken over schrijft.
Toen Susanna in 1699 kwam te overlijden ontstond er onenigheid over de nalatenschap. Er volgde een langdurige juridische strijd, waarbij niet alleen de als Heer optredende weduwnaar Van Hulsenbeek maar ook de Predikant en de Baljuw van Valkenburg (tevens Schout en Gaarder) betrokken waren. Deze laatste was niet populair bij de bevolking en had hoogoplopende ruzies met Van Hulsenbeek waarbij er zelfs sprake was van fysiek geweld. Maar ook de Predikant was niet bepaald geliefd. Hij werd niet alleen van ernstige nalatigheid in zijn ambtsuitvoering beschuldigd, maar ook van een reeks misdrijven. De dominee ruziede niet alleen met zijn vrouw, maar ook met de baljuw, met Van Hulsenbeek, de schoolmeester en zijn kerkgangers.
Met het aantreden van Cornelis Wittert eindigt de rol van Van Hulsenbeek als ‘Heer’ van Valckenburg, al blijft hij als welgesteld man in Valkenburg wonen. De dominee wordt uit zijn betrekking ontslagen en in 1707 wordt ook de Baljuw vervangen. Door de komst van Cornelis Wittert in Valkenburg wordt er weer orde op zaken gesteld en is de rust in Valkenburg wedergekeerd. Vermoedelijk heeft Van Hulsenbeek deze grote zilveren bokaal in 1707 als dank aan Wittert geschonken. Kennelijk was hij blij met het terugkeren van de rust in Valkenburg. In ieder geval was hij, mede door de verkoop van de heerlijkheid, in staat een dergelijk kostbaar stuk te laten vervaardigen.

Cornelis Wittert 

Cornelis Wittert wordt op 20 april 1672 in Rotterdam, als zoon van Adriaen Wittert, heer van Lange Backersoort en Deyffelshoeck en Maria de Licht, geboren. Hij komt uit een welvarend geslacht van katholieke Rotterdamse handelaren. Zijn vader Adriaen Wittert was de rijkste en voornaamste van de katholieke patriciërs in Rotterdam en werd in 1670 door Burgemeester en Regeerders van Rotterdam verkozen tot hoofdman van het Wijnkoopersgilde en in 1677 tot lid van het Commercie College van Rotterdam. Hij woonde op de Wijnhaven, hield rijtuig en paarden en had een buitenverblijf in de heerlijkheid Oost Bloemersdijck. Adriaen Wittert overleed op 15 januari 1712. Zijn nagelaten vermogen bedroeg 652.936 gulden.
Cornelis trouwt in 1702 met Maria van Rynsburgh uit Leiden, die nog geen vier jaar later overlijdt. In 1707 hertrouwt hij met de bemiddelde Maria Jacoba Persyn van Ouwendyck uit Delft.

Volledige Titel

Hij bezit verschillende heerlijkheden en riddermatige huizen, maar is geen landadel. In de protestantse Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden ontbraken voor de katholieken een aantal elementaire rechten. Katholieke godsdienstoefeningen werden gedoogd, mede doordat er hoge admissie- en recognitiegelden werden betaald om ontheffing van de plakkaten te verkrijgen. Katholieken waren echter praktisch uitgesloten van openbare ambten, en konden ook niet in de adelstand worden verheven. Door de verkrijging van zijn Heerlijkheden wist Cornelis Wittert echter een indrukwekkende titulatuur op de bouwen. Daarbij schroomde hij niet om deze zo lang mogelijk te laten zijn. De volledige titel van Cornelis Wittert luidt: Vrijheer van Valckenburg, Heer van de Lange Ruige Weide, Kortenhoef, Hoogbrugge, Driebrugge en Middelweerd (soms ook vermeld Bolswaert), Heer in Lange Backersoort, Deijffelsbroeck, Spijkenisse en Stollaersdijck.
Op 21 juni 1733 sterft hij in Rotterdam en op 27 juni wordt hij in de Laurenskerk begraven. In de boedelinventaris behorend bij zijn testament wordt onder nummer 152 een zilveren beker genoemd: “door de heer Johannes Wittert volgens akte van taxatie van de venduumeester der stad Rotterdam in dato 7 febr. 1736 angenomen een zilveren beker met deksel voor ƒ 105. (Johannes Wittert is een zoon van Cornelis Wittert).

Kunstverzamelaar

Cornelis Wittert was een zeer belangrijk kunstverzamelaar. Hij kocht o.m. werken, afkomstig uit paleis het Loo, uit de nalatenschap van Stadhouder-Koning Willem III.  Uit zijn omvangrijke schilderijencollectie werden op 11 april 1731 maar liefst 81 werken in Rotterdam geveild. Na zijn dood werd op 7 oktober 1733 het restant, voor zover deze niet door de erven overgenomen werden, geveild.  De opbrengst van de twee veilingen bedroeg 52.000 gulden. 

De Zilversmid 

Johannes du Vignon wordt op 13 juni 1660 geboren. Zijn vader is de zilver- en goudsmid Johannes du Vignon die gehuwd was met Barbara Vonck. Net als zijn vader is hij als goud- en zilversmid in Den Haag werkzaam. In 1685 trouwt hij met Geertruyd Wesrestee en in 1707 trouwt hij voor een tweede maal met Henrietta Van Ham.
Johannes du Vignon was in 1726 en 1735 deken van het Haags Goud- en zilversmidsgilde. Hij is een dermate gevraagd zilversmid dat hij in 1737 een huis kan kopen aan de zuidzijde van de Molenstraat. Tot zijn overlijden op 3 maart 1746 leverde Johannes du Vignon alle door de Staten-Generaal uitgereikte presenten. Ook bestelde de Kerkeraad van de Waalsche Gemeente te Brielle in 1726 voor het Avondmaal bij “ Mr. Vignon, Orfèvre á La Haye, deux coupes et une asiètte d’argent”, wegende 39 ½ ons, voor de som van ƒ 144-10- . In 1828 werd dit zilver overgedragen aan de Nederduits Hervormde Gemeente. De kelken werden vervolgens veranderd in collectebekers. In het Haags Gemeentemuseum bevindt zich het toiletstel van de familie Ten Hove, waarvan de kandelaars zijn gemaakt door Johannes du Vignon III in 1717. In 1724 maakt hij de Avondmaalsbekers op voet met wapen van de familie De Laet uit de voormalige Franse Kerk te Voorburg, Museum Catharijneconvent .

Gekeurd op de zijkant van de cuppa met het stadskeur van ’s-Gravenhage, de Hollandse leeuw, de jaarletter I voor 1707 en het meesterteken drie sterren voor Johannes du Vignon.

Literatuur 
E.B.F.F. Wittert van Hoogland, Geschiedenis van het geslacht Wittert, Den Haag, 1914 
Catalogus XIe Oude Kunst en Antiekbeurs Delft, 1959 
J.W. Frederiks, Dutch Silver vol IV, 1961, p. 120, fig. 282 
Catalogus 42e Oude Kunst en Antiekbeurs Delft, 1990, p. 16

Provenance
Cornelis Wittert (1707) 
Johannes Wittert (1736) 
Collectie Beeling, Leeuwarden (1991)
Leonhardt Collection, Amsterdam (1992)
Particuliere collectie, Nederland

Share

Voor meer informatie verzoeken wij u vriendelijk te bellen

+31.6.54773337

Vorige Zilver Archief overzicht Volgende

Ontvang onze nieuwsbrief

Inschrijven
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze collectie, beurzen en de laatste nieuwsberichten.