De zijkant van deze ronde mand heeft een volledig symmetrisch opengewerkt decor en is een prachtig en zuiver voorbeeld van de Hollandse Lodewijk XIV stijl. De grote schelp vormige ornamenten die worden geflankeerd door S-vormige voluten, zijn afgewisseld met een raster motief. De geschulpte bovenrand is voorzien van schelpornamenten die terug komen in de twee gegoten handgrepen. De mand staat op een geprofileerde ronde standring. De eerste Nederlandse zilveren manden verschijnen rond 1747
Een Zeldzame Friese Mand
in Den Haag. Deze nieuwe mode werd al snel opgepakt in Amsterdam. Deze manden waren ovaal van vorm met licht gewelfde wanden. Zilveren manden uit Friesland zijn zeer zeldzaam, deze mand uit 1751 is het vroegst bekende exemplaar. In Europa werden naast Nederland alleen in Engeland zilveren manden vervaardigd in de 18e eeuw. De Leeuwarder zilversmid Jacobus Nieubuur heeft zich kennelijk laten inspireren door de Engelse varianten die ronder van vorm zijn dan de manden die in Den Haag en Amsterdam werden gemaakt.
De mand is gekeurd bij de aanzet van de handgrepen met het stadskeur van Leeuwarden, het provinciale keur van Friesland, de jaarletter Q voor 1751 en het meesterteken JN voor Jacobus Nieubuur.