Deze kandelaars zijn een prachtig voorbeeld van de Lodewijk XIV stijl in een van zijn rijkste vormen. Vooral in Amsterdam ontwikkelde deze stijl zich op een uitbundige wijze die zijn weerga in andere Nederlandse steden niet kent. Welgestelde kooplieden uit de hoofdstad etaleerden hun status waarmee ze hun positie kracht bij zette. In de vormgeving en het toepassen van verschillende gegoten ornamenten is dat bij deze kandelaars terug te zien.
De kandelaars staan op vier gegoten pootjes met een masker op de bovenzijde. Over de geprofileerde voetrand zijn daartussen lambrequins aangebracht. Schelpornamenten zijn terug te zien boven de maskers op de poten en op de kaarsenhouders. De vierkante, balustervormige stam heeft op iedere zijde een ovaal rozet in het midden van een gematteerd vlak.
De kandelaars zijn beide volledig gekeurd aan de onderkant met het Amsterdamse stadkeur, de Hollandse leeuw, de jaarletter van 1737 en het meesterteken van Hans Rinckes.