Deze langwerpige tabaksdoos heeft afgeronde hoeken en een scharnierend deksel. Op het deksel staat een gegraveerd spiegelmonogram met de letters J.J.K. met een gravenkroon omringd door palmbladeren.
De andere kant van de doos is gegraveerd met een grachtenscène. Een belastinginner loopt over een gracht langs een rij Amsterdamse huizen. Twee hondjes rennen voor hem uit. Op de steigers kijken de bewoners naar de passerende man.
Belastingheffing was ook in de 18e eeuw weinig populair in Nederland. In die tijd kon het ambt van belastinginner gepacht worden. Het waren vaak kooplieden uit de regentenklasse die zich dat konden veroorloven en het ambt bekleedden. Met de afroming van de belastinginning werden ze vaak schatrijk. Toen de belastingen na een herziening van het belastingstelsel in 1747 de pan uit rezen, kwamen mensen in opstand tegen deze oneerlijke praktijken, wat in Amsterdam in 1748 leidde tot de pachtersoproer. Tijdens deze opstand werden verschillende belastingambtenaren aangevallen en hun huizen geplunderd. Van deze gebeurtenissen zijn verschillende prenten gemaakt die vervolgens ook gegraveerd werden op zilveren tabaksdozen uit die tijd.
De voorstelling op deze doos oogt vredig, maar de belastingontvanger wordt nauwlettend in de gaten gehouden.
Aan de binnenkant voorzien van het stadskeurmerk van Amsterdam met de jaarletter B voor 1749 en het makersmerk LB voor Leendert Beekhuysen.
Leendert Beekhuysen werkte van 1731 tot 1763 in Amsterdam waar hij gevestigd was in de Nieuwe Leliestraat. In 1731 trouwde hij met Geertruy Pelser. Beekhuysen specialiseerde zich in het maken van snuifdozen (gebruikt om snuiftabak in te bewaren) en gegraveerde tabaksdozen. Verschillende van zijn werken zijn bewaard gebleven, onder andere in de collectie van het Rijksmuseum.